Welkom!


Welkom op mijn blogsite. Ik ben Miek en wil weten wat u van mijn blogs vindt. Dat kunt u doen door op een of meerdere labels te klikken ("Leuk", "Dit is Miek." of "(Freaking) mooi geschreven").

Heeft u een vraag, wilt u reageren, heeft u een mening of is er iets anders dat u per se kwijt wilt? Dat kan door bij een van mijn berichten een reactie te plaatsen. Ik zal zo snel mogelijk reageren.

Ik hoop dat u mijn berichten met veel plezier leest en dat u vaker terugkomt.

woensdag 21 augustus 2013

Alzheimer - vijf jaar later

"Waar zijn we nu?"

Mijn oma kijkt om zich heen. We zitten op een houten bankje voor het verzorgingshuis. Mijn moeder zit op een stoel voor ons. Het zonnetje schijnt en er waait een zachte wind. Haar gezicht is in de afgelopen twintig jaar nauwelijks veranderd.
"We zijn buiten het verzorgingshuis, mam." Daarop knikt mijn oma instemmend.
"Oja, dat is waar ook. Hier woon ik nu, nu mag ik zelf verzorgd worden. Mooi huis, echt. Ik mag hier nu wonen, maar op één voorwaarde: dat ze me kunnen bellen als ze hulp nodig hebben. Dat gebeurt weleens, dan moet er een patiënt een stukje lopen. Dan bellen ze mij he. dan zeggen ze: 'mevrouw B., zou u met deze meneer willen lopen?' En dat doe ik dan maar. Vroeger deed ik dat vaker, maar nu alleen op aanvraag. Ik mag nu van mijn rust genieten. Dat kan hoor, dan gaan Toon en ik lekker fietsen en wandelen. We kunnen dat nog heel goed, we gaan ook geregeld op vakantie."
Instemmend knik ik. Toon, haar man, mijn opa, woont nog thuis, maar bijna elke dag komt hij nog langs. Wandelen doen ze niet meer, laat staan fietsen. De conditie is niet meer wat het geweest is. Maar ik verbeter haar niet. Dit is haar werkelijkheid.

"Dat is nog wat hoor, zo met gehandicapten werken. Daar ben ik eigenlijk niet voor opgeleid. Ik werkte gewoon op de kweekschool, en toen moest ik wat proeflessen geven, ook op een school voor gehandicapten. Ik ben er eigenlijk zo ingerold. Al mag ik nou wel minder werken, met gehandicapten dan, ik ga met mijn eigen kinderen werken, ze leren om op het potje te gaan." 
Ze kijkt mijn moeder aan, niet realiserend dat haar kinderen allemaal al de vijftig gepasseerd zijn. Ik vraag me af wie we nu voor haar zijn, maar ik ga het niet aan haar vragen. 
"Ja, met gehandicapten, dan loop ik met ze over de gang he. Of dan moet ik ze wat leren. Daar heb je geduld voor nodig. Ik wist niet dat ik dat had, maar daar rol je zo in. Dat is de voorwaarde dat ik in dit internaat mag zijn. Het is nog heel wat hoor, want elke lerares heeft hier een eigen specialisme. Dan word ik opgebeld, dan is er een klas met een nieuwe leerling, en die komt dan niet zo goed mee. Dan loop ik met ze over de gang, en dan komen haar ouders. Nou, dan straalt ze hoor. Dan roept ze dat ze kan lopen. Ja, daar zijn haar ouders blij mee. Dat gaat dan ook de lerarenkamer rond, ook met vergaderingen, wat de aanpak van bepaalde dingen is. Je hebt geduld nodig, ik wist niet dat ik dat had. Ik ben er eigenlijk ingerold, zo van de kweekschool. Maar nu mag ik uitrusten, nu wordt er voor mij gezorgd, want volgens mij ben ik al wel op leeftijd."
Even kijkt ze verward. Ze twijfelt. Die vrouw voor haar, die kent ze wel, die komt vaker langs, dat is haar dochter, maar wie er naast haar zit..
"Dat klopt wel hoor, je bent al 86. En je hebt al grote kleinkinderen." Mijn moeder wijst naar me. Oma kijkt een beetje verbaasd naar mij, alsof er net iemand anders zat. 
"Oh, echt. Maar jij bent toch niet van..." Ze wijst naar mijn moeder. 
"Jawel, dat is mijn moeder."
"Oh joh. En ehm, mag ik dan vragen hoe oud je bent?" Ze kijkt weer mijn moeder aan, nog steeds met lichte verbazing, alsof zij mijn moeder niet kan zijn.
"Ik ben al 55, en mijn dochter is al 20." Ik knik vriendelijk. Mijn oma schrikt niet, alsof het heel normaal is dat je je eigen kleinkinderen niet meer kent. Ik ben het wel gewend.
"Oh, 20. Dan zie je er nog jong uit!" Misschien waren we voor haar collega's uit haar schooltijd. Dan is 20 best jong als lerares. 
"Maar als jij mijn kleindochter bent, dan mag je best oma zeggen hoor." Ze barst in lachen uit. 

"Moeten we eigenlijk nog ergens heen, we wachten toch niet op iets?" Er komt een taxibusje aan, misschien denkt ze daarom dat we weggaan. Ze kijkt op haar horloge, al denk ik niet dat ze nog een besef van tijd heeft.
"Wel," zegt mijn moeder, ook op haar horloge kijkend, "het is bijna etenstijd, dus we zullen alvast naar boven gaan." Mijn oma knikt instemmend en staat op. Mijn moeder pakt de stoel en zegt hem terug waar hij vandaan komt.
"Ja, je moeder he, Anke, die weet hier de weg wel goed, ik ben wat vergeetachtig. Maar dat is niet erg, er wordt hier goed voor me gezorgd." 

maandag 19 augustus 2013

Boudewijn de Groot - Als de rook om je hoofd is verdwenen

Het is nu nog ver weg, maar op 1 november 2013 ga ik met mijn lieve meiske naar Boudewijn de Groot, in mijn beleving de beste Nederlandstalige artiest ooit.
Om alvast in de stemming te komen, zal ik elke maandag een blog plaatsen waarin ik een nummer uitlicht.

We zijn aangekomen in 1972. Het jaar van 'Bloody Sunday', de film The Godfather in première gaat en waarin Martin Cruijf (geen familie van Johan) geboren wordt. 
Het nummer Als de rook om je hoofd is verdwenen past naar mijn mening goed in die tijd. Je kunt de tekst letterlijk opvatten, maar ook symbolisch. Als de rook (van de wiet) om je hoofd verdwenen is, kun je weer wat helderder nadenken. Het heeft ook wat poëtisch: laat je gedachten maar varen, dan ziet de wereld er een stukje leuker uit. Geniet!