Afgelopen week kreeg ik een folder in mijn handen. "Hebt u een onsterfelijke geest?" stond op de voorkant. Benieuwd naar wat ze te vertellen hadden, besloot ik om thuis de folder te gaan lezen.
Het was een kleine folder: als je hem helemaal uitvouwde, had je een half A4-tje. Veel tekst, die overzichtelijk bleef door de tussenkopjes.
Een onsterfelijke geest, wat kon ik ervan verwachten? Dat je door het geloven in God naar de hemel kon gaan, dat je anders zou branden in de hel? Ik wist het niet precies.
De folder verbaasde mij in zeer positieve zin. Om te beginnen, was er een logische opbouw. Na een korte inleiding met levensvragen, begonnen ze met het uitleggen wat volgens de Bijbel de geest is. Geest is vertaald als adem. Oftewel: de geest is dat wat het lichaam tot leven brengt. Zonder geest is het lichaam dood. Hier kon ik mee inkomen, dit begreep ik. Hierna gingen ze, tot mijn verrassing, meer de wetenschap in. De geest, de levenskracht, kon niet gewoon de adem zijn, omdat je niet meteen dood bent als je niet meer ademt. Reanimatiepogingen en lichaamstransplantaties hebben nut, ondanks dat je niet meer ademt. Er zit dus nog een kracht van leven in. Ook dit kon ik helemaal begrijpen. De folder ging verder. De geest, de levenskracht, kun je vergelijken met elektronische stroom die door een machine gaat. Deze stroom neemt nooit de eigenschappen van die machine aan. Als iemand sterft, gaat de geest niet naar een ander iets.
De folder ging door op de dood. De dood is een toestand van niet-bestaan. Ze weten niet en doen niks, je hoeft er niet bang voor te zijn. Deze zin maakte mij wat somber. Ik vond het toch altijd wel een prettig idee om te weten dat mijn oma nog weleens vanuit de hemel naar mij keek, dat ze kon zien hoe ik in het leven sta en dat ze trots op mij kon zijn. Natuurlijk, het is geen absolute zekerheid dat ze naar me kijkt, het zou veel logischer zijn dat ze niet keek, omdat het simpelweg niet mogelijk is, maar het idee is leuk en geeft een veilig gevoel.
Ze eindigden met de boodschap dat de geest terugkeerde naar God. Deze terugkering is geen werkelijke beweging, maar een symbolisch iets.
Een folder, een half A4-tje, zette mij al de hele week aan het denken. Met de boodschap was ik het eens. Aan de ene kant verbaasde mij dat niet, omdat ik wel in God geloof. Wat mij verbaasde, was de afzender van de folder: de Wachttorengenotschap, Jehova's-getuigen. Bij die stroming zie ik meteen voor me dat je geen bloedtransfusie mag hebben en dat er maar een juiste religie is.
Bijna bang dat ik mij maar moest bekeren, begreep ik de boodschap van de folder pas echt. Je begint heel globaal en open over het geloof, om mensen te lokken. Daarna breng je er steeds meer geloof in. Een goede tactiek, want als ze begonnen met dat hun geloof het enige juiste is en de rest het mis heeft, was ik allang gestopt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten