Over een kleine twee maanden staan de verkiezingen voor de deur. Om een goede keuze te maken, pik ik een paar punten uit verschillende partijen om met elkaar te vergelijken. Vandaag: de leraren.
SP
Door het lerarentekort staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk.
Daarom moeten we er alles aan doen om voldoende leraren aan te trekken
van hoge kwaliteit. In het voortgezet onderwijs heeft 18% van de leraren
niet het juiste diploma. In het MBO is dat percentage nog hoger. Door
hoge eisen te stellen aan leraren en hen voldoende ruimte te geven om
zelf hun lessen in te richten, krijgt het beroep het aanzien dat het
verdient. Op termijn moeten zoveel mogelijk leraren een universitaire
opleiding hebben gevolgd.
Op de Pabo’s moet het niveau van taal- en rekenen van studenten worden
verhoogd. Dit kan via een ‘intaketoets’, een bijspijkerprogramma en een
eindtoets na het eerste jaar. De tweedegraads lerarenopleidingen moeten
meer aandacht besteden aan de vakinhoud.
GroenLinks
Leraren die met hart en ziel hun werk doen, geven kinderen kansen die
ze thuis soms niet krijgen. Maar het valt niet mee om steeds weer vol
passie voor de klas te staan.
Er dreigt een tekort aan (bevoegde) leraren. Zonder goede leraren is
er geen toekomst voor onze Nederlandse kenniseconomie. GroenLinks wil
het onderwijsvak aantrekkelijker maken door de salarissen te verbeteren.
Daarnaast wil GroenLinks de werkdruk verlagen. Extra ondersteunend
personeel of kleinere klassen moeten ervoor zorgen dat leraren alle
kinderen voldoende aandacht kunnen geven. Het is ook belangrijk dat
leraren meer tijd krijgen om zich te kunnen bijscholen of om een vak
verder te ontwikkelen. Een startende leraar moet betere begeleiding
krijgen.
D66
D66 wil kwaliteit voor de klas. De kwaliteit van de lerarenopleidingen
moet worden verbeterd. Wij willen dat PABO’s scherpere toelatingseisen
stellen op het gebied van motivatie en kennisniveau. In alle
lerarenopleidingen wil D66 aandacht voor beroepsgerichte pedagogiek en
didactiek. D66 vindt het vanzelfsprekend dat elke leraar een officiële
bevoegdheid heeft, ook in het MBO. Om dat mogelijk te maken worden
lerarenopleidingen ook in deeltijd aangeboden en komen er voor
MBO-docenten flexibele programma’s. D66 wil dat een beroepsregister voor
leraren en bijscholing een verdere bijdrage aan de kwaliteit van het
onderwijs levert.
D66 wil dat leraren een zo groot mogelijk deel van hun tijd aan en met
hun leerlingen besteden. Scholen krijgen daarom meer ruimte om
studenten, oud-leerlingen, onderzoekers, ouders, praktijklectoren en
bedrijven bij het onderwijs te betrekken. Ook conciërges spelen een
belangrijke rol in het ontlasten van de leraren. Door het tegengaan van
misstanden zoals geweld en pesten dragen zij ook bij aan meer sociale
cohesie op de school. D66 vindt dat de financiering van de conciërges
onderdeel moet zijn van de toekomstige lump-sum van basisscholen. Verder
wil D66 gebruik van digitale instrumenten en methoden aanmoedigen, om
het onderwijs te verbeteren en de werkdruk van leraren te verlichten.
----------------------------------------------------------------------
Deze drie partijen willen globaal hetzelfde: goede docenten voor de klas. Over hoe dat precies moet, bestaat er wel een verschil. De SP wil de kennis van de aankomende leraren opschroeven. GroenLinks wil het lerarentekort wegwerken door het vak aantrekkelijker te maken. Dit wil de partij doen door het salaris te verhogen. Daarnaast wil ze de werkdruk verlagen. D66 wil ook de kennis verbeteren, maar heeft hierin een breder blikveld. Verder wil ze dat de leraar de meeste tijd doorbrengt met de leerling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten