"Je bent zo open, dat vind ik leuk." MH.kijkt mij een beetje verbaasd aan. "Ja nou, gewoon, je praat er gewoon over en je doet er niet moeilijk over. Ik ken docenten die er echt keihard over logen."
Dat ze geen moeite had met seksualiteit was al in de eerste maanden duidelijk, elke les hadden we het er wel over. Maar het "echte" open zijn, kwam pas toen ik het zeker van haar wist. Het balletje kwam aan het rollen en de klas wist er ook van.
"Hoe lang zijn jullie eigenlijk al samen, als ik vragen mag?" Ik stond half in de deuropening van het glazen kantoor. Twee medestudenten wilden hun toets inkijken en waren in overleg met een andere docent. Zo'n twee jaar, zei ze. De les vakdidactiek begon en we gingen aan de slag. Een bepaald figuur moesten wij vouwen en daarvan de zijden berekenen. Twee min de wortel van twee en daar de wortel uit, of zoiets. Opschrijven wat je denkstappen waren, begrippen uit een vmbo-boek zoeken, overleggen. Een nuttige en leerzame les, met doelen voor de rest van het blok.
"Je bent zo open, dat vind ik leuk." Het gesprek wentelt zich. Of ze het moeilijk vindt om als lesbienne voor de klas te staan, wat haar mening erover is. Nee, op haar vorige school verzweeg ze het, en daar had ze moeite mee. "Dan werd er weleens gevraagd: "Mevrouw, heeft u een vriend?" En dan zei ik nee. Ik had toen kort haar en zat op voetbal, heel stereotype, en een leerling vroeg eens door, die zei dan: "Ik heb gehoord dat u lesbisch bent, is dat waar?" En daar antwoordde ik dan altijd op: "Wat denk jij?" Dan was het meteen over." Ik herken haar verhaal helemaal. Je wilt wel open en eerlijk zijn, omdat je toch een stukje van jezelf in de lessen stopt. Ze had het alleen maar over wiskunde, niet over thuis, want dat kon niet iedereen aan.
Het heeft mij wel aan het denken gezet, ook vanwege mijn stage op een redelijk allochtonenschool in Rotterdam-West, waar homoseksualiteit taboe is. Alles en iedereen is macho en vrouwen zijn zwak, onderdanig, niets meer dan een poetsvrouw. Ik heb niet gelogen, alleen ontkent. Nee, ik heb geen vriend. Punt. Ik vond het maar niks, maar wat kon ik anders? Als lesbienne zou ik het mikpunt worden van scheldpartijen, propjes gooien, ik zou mijn les niet kunnen geven.
Toch, zo eigenwijs als ik ben, wil ik het op mijn volgende stageschool anders aanpakken. Ja, ik heb een vriendin, en wat dan? Ben ik nu een slechte docente, kwijl ik nu bij alle meisjes die in de klas zitten? Ik zou de discussie aangaan, en het tegendeel willen bewijzen, iets wat eigenlijk voor de hand ligt: je seksualiteit heeft geen invloed op jouw kunnen als docent. Hier wil ik aan werken.