Ik beschouw donderdag en vrijdag als de leukste twee schooldagen. Een beetje typisch, aangezien ik verder alleen nog maar de dinsdag op school zit.
Die dag is dan lang en vooral saai. We beginnen met Probleemaanpak van een docente die het schoolleven niet gewend is, om het netjes uit te drukken. Al in de eerste les kwam ze op ons onzeker over, alsof ze haast bang voor ons is. Haar uitleg is ook niet geweldig, voor zover ze dat doet, en wat ze zegt, staat letterlijk in de Reader. Verder wil ze dat het stil is in de klas, maar dan ook echt stil. Fluisterend een som overleggen is niet toegestaan.
Na deze stilte en een tussenuur van 100 minuten, hebben we Diversiteit in de School, afgekort tot Dis. Dit is een vak waarbij je in groepjes een brochure moet maken, met daarin tips voor een beginnend docent over een zelfgekozen onderwerp. Dit krijgen we van dezelfde docent als Didactisch Practicum (in Aftellen: de Presentatie heb ik het eerder over hem gehad). Ook dit vak is niet al te spectaculair. In de enkele bijeenkomsten die we als gehele klas hadden, werd uitgebreid verteld over hoe de brochure, het eindproduct en het startdocument eruit moeten zien. Als er geen bijeenkomsten zijn, heeft ons groepje afgesproken om te vertellen hoe ver de zaken staan. Nuttig en niet langdradig, met negatief bijgevolg dat het daaropvolgende tussenuur lang is. Ruim drie uur lang staar ik dan naar een pc-scherm en maak opdrachten. Dan gebarentaal, dat gelukkig een stuk leuker is. Jammer alleen dat ik daardoor niet voor negen uur 's avonds thuis ben, maar dat terzijde.
De donderdag is dan een stuk leuker! Eerst Didactisch Practicum, waar medestudenten proeflesjes geven waarin vooral open vragen moeten zitten. Nou ja, ik heb mijn lesje al gegeven en hoef dus alleen af en toe op te kijken en een beetje meedoen. Met andere woorden: T. en ik hebben toch zeker ruim een half uur vier-op-een-rij gespeeld. Wel de schrijf-variant, zo opvallend waren we niet.
En dan het leukste (en tweede en laatste) vak van de dag: Vakdidactiek 2A! Ook hier heb ik eerder over geschreven (Aftellen: Grappig/de Presentatie). Opnieuw zaten we in groepjes, al was het een beetje met andere mensen (S., T., MB., M., M., R., J. en ik voor wie de afkortingen wil weten =D ). Weer les van MH., die echt overal een grappige opmerking van maakt. Vol interesse keken MB. en ik haar aan, of beter gezegd: we keken net naast haar, waar een mug vloog. "Doe eens zo," zei ik en sloeg met links op mijn hoofd. "Ja, er zit daar een mug!" Even later zat hij op haar jasje. "O joh, moet je kijken wat een gekke mug, hij heeft een gevlekt lijfje," zei ze en kwam naar me toe. Ik ben gewend om muggen dood te slaan, omdat mijn lieve meiske anders echt, maar dan ook echt niet kan slapen, en vraag: "mag ik slaan?" Dat mocht, maar niet te hard. Ik dacht dat ik zacht sloeg, maar de rest vond wat anders. De mug was dood en gooide ik in de prullenbak. "Nou, als ik er morgen niet ben, dan weten jullie hoe het komt: dan doe ik aangifte wegens mishandeling!"
Vrijdag is ook leuk, vooral omdat het maar een les is en weer van MH. Deze les heet Wiskunde&Cultuur 2-1, afgekort tot WC. Een vak over perspectief, wat het is, waar en waaraan je het kunt zien en herkennen en hoe je het kunt tekenen. Hartstikke leuk, zonder dat het nou echt iets grappigs gebeurt. Daar kunnen bepaalde docenten een voorbeeld aan nemen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten