Homoseksualiteit is in Nederland steeds meer geaccepteerd. In 2006 was nog 15% van de
Nederlandse bevolking negatief over homoseksualiteit; in 2008 was dat teruggelopen tot
9%.
• Seks tussen twee mensen van hetzelfde geslacht is veel minder geaccepteerd, vooral als
het om mannen gaat: 27% vindt dat walgelijk (bij seks tussen twee vrouwen is dat 12%).
• Bijna 70% van de bevolking zegt homoseksuele vrienden of kennissen te hebben.
• Een op de vijf mensen is tegen adoptie door homoseksuele paren. Ruim een op de tien is
voor afschaffing van het ‘homohuwelijk’.
• 5% van de Nederlanders heeft liever geen homoseksuele leerkracht voor zijn kind.
• 13% moet er niet aan denken dat zoon of dochter gaat samenleven met een partner van
hetzelfde geslacht.
• Jongeren met homo- of biseksuele gevoelens komen tegenwoordig eerder uit de kast,
hoewel er gemiddeld ruim drie jaar verstrijkt tussen het moment van bewustwording en
de coming-out.
• De middelbare school is geen veilige plek voor jonge homo- en biseksuelen. Jongeren
leggen elkaar strikte gender- en seksuele normen op. Scheldwoorden en pesterijen zijn
schering en inslag.
• Heterojongeren hechten aan authenticiteit en hebben respect voor mensen die open
zijn over hun homoseksualiteit. Tegelijkertijd moeten homo’s zich mannelijk gedragen
en lesbo’s vrouwelijk. Homo’s die zich vrouwelijk gedragen zijn volgens hen ‘nep’ en niet
zichzelf.
• Biseksualiteit komt zeker onder meisjes veel voor (of is een serieuze optie).
• Onder heterojongeren is biseksualiteit zo goed als onbekend, vooral als het om jongens
gaat (je bent of een echte man of een homo).
• Biseksuelen wijken in veel aspecten af van homo’s en lesbo’s. Ze zitten vaker in de kast,
vooral de mannen. Bi-jongeren zeggen vaker hun seksuele voorkeur onbelangrijk te vinden,
maar tegelijkertijd zou een op de drie bi-jongens liever hetero zijn (bij homojongens
is dat een op de zes). Bi-jongeren melden meer homo-onvriendelijkheid in hun omgeving,
hebben vaker een zelfmoordpoging gedaan en zoeken minder hulp dan homojongeren.
• Van de jonge homoseksuelen heeft twee derde ooit negatieve reacties gehad vanwege de
seksuele voorkeur, vooral pesterijen, nare opmerkingen en geroddel.
• Ook volwassen homoseksuelen krijgen regelmatig te maken met antihomo-uitingen.
10% van de homo- en biseksuele mannen is uitgescholden of belachelijk gemaakt door
schoolgenoten of collega’s, en 30% door vreemden. Van de lesbische- en biseksuele vrouwen
is 40% uitgescholden, 30% belachelijk gemaakt en 80% op een vervelende manier
ondervraagd.
• Onaangename reacties treffen ook lesbische moeders en hun kinderen. Ruim twee derde
van de moeders krijgt suggestieve vragen en drie op de tien melden geroddel. Hun kinderen
zijn vaak het mikpunt van grapjes (61%) en negatieve opmerkingen over de seksuele
voorkeur van de moeders (45%). De ervaringen van homovaders en hun kinderen zijn niet
bekend.
• Veel jonge homoseksuelen hebben depressieve klachten: een op de zeven meisjes en
een op de acht jongens. Onbekend is hoe dat onder heterojongeren ligt. Wel blijkt dat
homojongeren die vaak negatieve reacties krijgen op hun seksuele voorkeur ook meer
depressies hebben.
• Datzelfde verband is er met zelfmoordgedachten, die onder homojongeren veel vaker
voorkomen dan onder heterojongeren. De helft van de onderzochte homojongeren denkt
wel eens aan zelfmoord; 9% van de jongens en 16% van de meisjes heeft ook echt een
zelfmoordpoging gedaan.
• Veel evangelische protestanten weigeren een homoseksuele voorkeur te aanvaarden als
een gegeven. ‘Mensen met homogevoelens’ hebben pas recht van spreken als die gevoelens
zijn verdwenen of verbleekt.
• Andere orthodoxe protestanten betwisten meestal niet dat ‘homofielen’ in hun kringen
voorkomen, maar over de vraag of ze ook seks met elkaar mogen hebben bestaan heftige
meningsverschillen.
• Onder Marokkaanse, Turkse, Chinese en (iets minder) Surinaamse Nederlanders wordt
openlijke homoseksualiteit snel gezien als blijk van gebrek aan loyaliteit en respect tegenover
de familie.
• Hoewel seks tussen personen van hetzelfde geslacht in de herkomstlanden van migranten
bepaald niet ongewoon is, moeten mensen zich niet als homoseksueel identificeren. Ook
de homo- en biseksuelen uit etnische minderheden kiezen zelf liever voor discretie dan
voor zichtbaarheid. Ze vinden de ‘witte’ homoscene vaak veel te expliciet en op erotiek en
seks gericht.
• Voor veel niet-westerse Nederlanders is homoseksualiteit iets van westerlingen en ongelovigen.
Vaak wordt de afwijzing van homoseksualiteit gelegitimeerd vanuit de religie,
maar daarachter gaan traditionele opvattingen schuil over huwelijk, familie en voortplanting
en over mannelijkheid en vrouwelijkheid.
• Onder migranten is homoseksualiteit bedreigender voor heteromannen dan voor
heterovrouwen. Moeders, zussen en nichten staan vaak positiever tegenover homo’s en
homo-emancipatie, zeker als het om hun eigen familie gaat.Bron.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten